Vanaf 1 april 2020 kan een werkgever een vergoeding bij het UWV aanvragen als hij een werknemer een transitievergoeding betaalt.
Wanneer een transitievergoeding?
In Nederland heeft een werknemer recht op een transitievergoeding als de werknemer minimaal twee jaar in dienst is bij de werkgever en de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever beëindigd of niet verlengd is. Hierop zijn weer drie uitzonderingen. Een werknemer komt niet in aanmerking voor een transitievergoeding indien:
hij zich ernstig verwijtbaar gedragen heeft en om die reden ontslagen is;
de arbeidsovereenkomst is geëindigd nog voor de 18e verjaardag van de werknemer en deze maximaal voor 12 uur per werk werkzaam was;
de arbeidsovereenkomst eindigt wegens het bereiken van de AOW- of pensioengerechtigde leeftijd.
Indien een werknemer langdurig arbeidsongeschikt is, dan kan de werkgever in principe na twee jaar onafgebroken arbeidsongeschiktheid de werknemer middels toestemming van het UWV ontslaan. Omdat de werknemer langer dan twee jaar in dienst is geweest, moet de werkgever de werknemer een transitievergoeding betalen. Dat is voor veel werkgevers (vooral in het MKB) onhaalbaar, omdat zij ook al twee jaar loon hebben moeten doorbetalen tijdens de arbeidsongeschiktheid.
Slapend dienstverband
Veel werkgevers houden vanwege de transitievergoeding het dienstverband met de arbeidsongeschikte werknemer dan ook aan. Er hoeft dan geen transitievergoeding te worden betaald, aangezien het dienstverband (slapend) blijft doorlopen. Hoewel de rechtspraak deze wijze van omzeiling van de transitievergoeding toestaat, is het voor alle partijen een onwenselijke situatie.
Om een einde te maken aan het slapend dienstverband is het Wetsvoorstel compensatie transitievergoeding bij ontslag langdurig zieke opgesteld. Het wetsvoorstel betreft maatregelen ter compensatie voor de transitievergoeding die werkgevers moeten betalen bij het ontslag van langdurig zieke werknemers. De compensatie aan werkgevers wordt verstrekt vanuit het Algemeen Werkloosheidsfonds, waarvoor de uniforme premie zal worden verhoogd.
Op het moment dat een werkgever een loonsanctie opgelegd gekregen heeft, waardoor de werkgever nog (maximaal) 1 jaar langer het loon van de werknemer moet doorbetalen, dan telt deze periode niet mee voor de berekening van de hoogte van de compensatie.
De Eerste Kamer heeft op 10 juli 2018 met het wetsvoorstel ingestemd, de Tweede Kamer ging reeds eerder op 5 juli 2018 akkoord. De verwachting en de bedoeling is dat het wetsvoorstel vanaf 1 april 2020 in werking treedt, waarbij werkgevers met terugwerkende kracht gecompenseerd worden voor transitievergoedingen die zij vanaf 1 juli 2015 hebben betaald aan langdurige arbeidsongeschikte werknemers.
Procedure
De werkgever kan de vergoeding aanvragen nadat de transitievergoeding van zijn bankrekening is afgeschreven. Na de betaling door de werkgever heeft de werkgever nog zes maanden de tijd om een aanvraag bij het UWV in te dienen. Indien een werkgever gebruikmaakt van de mogelijkheid tot gespreide betaling van de transitievergoeding, dan is het eerste moment van aanvraag het moment waarop de laatste termijn van de bankrekening van de werkgever is afgeschreven. Het UWV neemt binnen acht weken een besluit op de aanvraag, waarna mogelijk uitgekeerd wordt. Werkgevers die vanaf 1 juli 2015 – en vóór 1 april 2020 - een transitievergoeding hebben betaald voor een werknemer die twee jaar arbeidsongeschikt was, moeten hun aanvraag voor compensatie uiterlijk 30 september 2020 ingediend hebben. Het UWV behandelt deze aanvragen binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van de aanvraag.
Beëindiging van de slapende dienstverbanden
De transitievergoeding hoeft pas aan de werknemer betaald te worden wanneer het dienstverband eindigt. Bij langdurige arbeidsongeschiktheid kan de werkgever het dienstverband laten eindigen door een ontslagvergunning van het UWV. Zodra de ontslagvergunning is verleend kan de arbeidsovereenkomst, met inachtneming van de geldende opzegtermijn, worden opgezegd. Afhankelijk van de geldende opzegtermijn kan het verstandig zijn om omstreeks het najaar van 2019 de ontslagvergunning aan te vragen en nadat die wordt verleend op te zeggen. Rond de einddatum kan de transitievergoeding aan de werknemer worden verstrekt, waarna binnen zes maanden bij het UWV de compensatie moet worden aangevraagd. Indien de aanvraag van de compensatie na 1 april 2020 ingediend is, zal tijdige compensatie door het UWV plaatsvinden.
Meer weten?
Neem contact op met één van onze advocaten.
Comments