In de praktijk komt heel vaak voor: een importeur van goederen afkomstig van buiten de Europese Unie krijgt na een controle achteraf (CNI-controle) een ‘uitnodiging tot betaling’ (afgekort: UTB) opgelegd. Dit komt vaak doordat bij het invoeren van desbetreffende goederen in de Europese Douane-Unie niet de juiste goederencode (HS-code / GN-code / Taric-code) is gehanteerd. Veelal zal dit betekenen dat in de visie van de Douane door het hanteren van een onjuiste goederencode te weinig invoerrechten zijn betaald. Dit noemt men in de praktijk een classificatiegeschil. Lees het vorige blogbericht om meer inzicht te krijgen in bijvoorbeeld de mogelijkheid om in bezwaar en beroep te gaan tegen een door de Douane opgelegde uitnodiging tot betaling.
Beschikking bindend tariefinlichting aanvragen
Als importeur van goederen zoek je (eventueel met hulp van bijvoorbeeld een douanerecht advocaat) vaak zelf uit welke goederencode moet worden toegepast. Om als importeur te voorkomen dat door de Douane achteraf wordt vastgesteld dat er een foutieve goederencode is gebruikt, kan een importeur een zogeheten ‘beschikking bindende tariefindeling’ (hierna: “BTI”) aanvragen bij de Douane. In Nederland wordt de BTI online aangevraagd bij de Douane Breda, Team Bindende Tariefinlichtingen. De aanvraag wordt online ingediend via het EU Customs Trader Portal. Om in te loggen moet de aanvrager wel in bezit zijn van e-Herkenning op betrouwbaarheidsniveau EH3.
Als een BTI wordt verstrekt door de Douane dan is deze drie jaar geldig. Drie jaar na de datum van de afgifte wordt de BTI automatisch ongeldig.
Voorwaarden aanvraag BTI
Een aanvraag voor een BTI moet aan de volgende voorwaarden voldoen om te kunnen worden aanvaard:
de aanvrager is in het bezit van een EORI-nummer;
de aanvraag moet verband houden met een voorgenomen gebruik van de BTI of een voorgenomen gebruik van een douaneregeling;
de aanvraag bevat alle specifieke (product)informatie (brochures, folders, monsters, fysieke omschrijving goederen, functie, samenstelling en eigenschappen) die nodig is om de goederen te kunnen indelen in de nomenclaturen en om ze duidelijk te kunnen omschrijven;
Het intrekken / ongeldig worden van een BTI (risico’s)
Hoewel een BTI een importeur van goederen de gewenste zekerheid kan verschaffen over de indeling van de goederen, gaat het aanvragen en de beschikking hebben over een BTI niet gepaard zonder risico’s. Hieronder worden een aantal risico’s besproken.
De aanvrager van een BTI moet in eerste instantie zelf aangeven onder welke goederencode hij denkt dat de goederen moeten worden ingedeeld. De Douane zal echter uiteindelijk zelf de definitieve goederencode vaststellen. Een importeur loopt dus het risico dat de Douane een andere goederencode met een hoger invoertarief vaststelt. Tegen deze beslissing van de Douane kan een importeur weliswaar binnen zes weken in bezwaar, maar daar staat tegenover dat het indienen van een bezwaar géén schorsende werking heeft en de importeur verplicht is om de BTI in afwachting van het bezwaar te gebruiken. En als het bezwaar niet wordt gehonoreerd, dan rest ofwel een procedure bij de rechtbank ofwel het accepteren van de goederencode met het hoger invoertarief.
Een ander risico dat een importeur loopt, ligt besloten in het feit dat een BTI alleen van toepassing is op precies dezelfde goederen als de goederen die in de BTI zijn omgeschreven. Als de goederen dus (gering) afwijken kan bij het invoeren van de goederen géén beroep op de BTI worden gedaan. Overigens kan ook alleen de houder van de BTI succesvol een beroep op een BTI doen, andere importeurs dus niet.
Verder loopt een importeur het risico dat de BTI na afgifte alsnog ongeldig wordt verklaard door de Douane. Zo kan een BTI ongeldig worden verklaard wanneer deze niet meer overeenstemt met het geldende douanerecht (bijvoorbeeld door een gepubliceerde indelingsverordening van de Commissie of door andere internationale maatregelen zoals wijzigingen van aantekeningen op de indelingsposten).
Het kan ook voorkomen dat de Gecombineerde Nomenclatuur wordt veranderd of dat het Europees Hof van Justitie een uitspraak doet die strijdig is met de afgegeven BTI. Dit geldt ook voor een uitspraak van de nationale douanekamer in Nederland. In dat soort gevallen zal de Douane de BTI ongeldig verklaren.
Én zelfs voortschrijdend inzicht bij de Douane kan met zich brengen dat de Douane besluit de BTI toch maar weer in te trekken. Kortom, zekerheid over de geldigheid van de BTI is er na afgifte van de BTI niet.
Advies nodig?
Heeft u vragen over (het aanvragen van) een BTI? Of bent u het niet eens met een door de Douane afgegeven BTI? Neem dan gerust contact op met een van onze douanerecht advocaten, zoals John Wolfs of Lars Kroese.
Comments