top of page

Het Europees betalingsbevel

Bijgewerkt op: 9 aug 2023

Het Europees betalingsbevel: de procedure


De basis voor het Europees betalingsbevel is te vinden in Verordening nr. 1896/2006 (hierna: Verordening), die op 12 december 2008 in werking is getreden. De Verordening is van toepassing op alle landen van de Europese Unie, met uitzondering van Denemarken. Het Europees betalingsbevel maakt de invordering van grensoverschrijdende schuldvorderingen mogelijk via een uniforme procedure. Net als het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen maakt de Europese betalingsbevelprocedure gebruik van een standaardformulier (artikel 7 Verordening) dat moet worden ingediend bij het gerechtshof in Den Haag (artikel 2 Uitvoeringswet).


Het standaardformulier moet alle gegevens over de partijen en de aard en het bedrag van de vordering bevatten. Vervolgens betekent de rechtbank het betalingsbevel aan de schuldenaar zonder dat deze is gedagvaard (een zogenaamde ex parte beslissing). De schuldenaar heeft vervolgens de mogelijkheid om de factuur binnen 30 dagen te betwisten (artikel 12 Verordening). In dat geval kan de zaak, afhankelijk van de keuze van de eiser, naar de gewone burgerlijke rechter worden verwezen voor behandeling volgens het nationale recht, worden voortgezet met een Europese procedure voor geringe vorderingen (die in de volgende blog zal worden besproken), of worden stopgezet.


Indien de schuldenaar geen verweer voert, wordt het Europees betalingsbevel van rechtswege uitvoerbaar (artikel 18 Verordening). Een afschrift en een vertaling worden toegezonden aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar het bevel ten uitvoer moet worden gelegd. De tenuitvoerlegging vindt plaats volgens de nationale regels en procedures van de betrokken lidstaat (artikel 13 Verordening).


Verweermiddelen van de schuldenaar


Zoals zojuist besproken, heeft de schuldenaar de mogelijkheid om binnen 30 dagen na de betekening een verweerschrift in te dienen, dat eveneens in een standaardformulier is opgenomen (artikel 16 Verordening). In het verweerschrift hoeft de schuldenaar niet aan te geven waarom hij het betalingsbevel betwist. Het volstaat te vermelden dat hij het betalingsbevel betwist. Het verweerschrift wordt ingediend bij het gerecht dat het betalingsbevel heeft gegeven.


Indien het verweerschrift binnen 30 dagen wordt ingediend, wordt de procedure voortgezet volgens het burgerlijk procesrecht van de lidstaat van oorsprong of via de Europese procedure voor geringe vorderingen. De schuldenaar kan zich verweren door aan te voeren dat het gerecht niet bevoegd was om van het verzoek om een betalingsbevel kennis te nemen (overeenkomstig Verordening nr. 44/2001 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken). De schuldenaar moet dit verweer voeren vóór elk ander verweer. Indien de schuldenaar dit niet doet en wel voor het gerecht verschijnt, wordt dit beschouwd als een stilzwijgende forumkeuze.


Tenuitvoerlegging


Indien de schuldenaar geen verweer voert of de rechter hem in het ongelijk stelt, volgt tenuitvoerlegging. Het betreffende gerecht verklaart dan het Europees betalingsbevel uitvoerbaar. Samen met het Europees betalingsbevel levert de verklaring van uitvoerbaarheid een executoriale titel voor de schuldeiser op. Met de executoriale titel kan de deurwaarder tot tenuitvoerlegging overgaan. Het recht van de lidstaat waar de tenuitvoerlegging plaatsvindt, beheerst de tenuitvoerleggingsprocedure (artikel 21 Verordening).


Conclusie


Het Europees betalingsbevel is een gemakkelijkere manier om vorderingen op buitenlandse (rechts)personen te innen. Men dient echter rekening te houden met de regels inzake de indiening van het verzoek en de bevoegdheid.


Meer weten?


Heeft u vragen over het Europees betalingsbevel of over internationaal handelsrecht in het algemeen? Neem dan gerust contact op met één van onze advocaten.

Comments


bottom of page