Wanneer goederen van buiten de Europese Unie in Nederland worden ingevoerd dient de importeur invoerrechten te betalen. Dit gebeurt door middel van een ‘inklaring’, oftewel; douaneaangifte. Wanneer de douane deze douaneaangifte aanvaardt, ontvangt de importeur een ‘uitnodiging tot betaling’ (hierna: UTB). Indien achteraf blijkt dat de douaneaangifte onjuist of onvolledig was, kan de douane naar zijn huidige uitleg van de douanewetgeving tot vijf jaar navorderen. In onze optiek is deze uitleg nooit juist geweest.
Onopzettelijk onjuist of onvolledig douaneaangifte gedaan? Ook de staatssecretaris acht de verlengde navorderingstermijn in dat geval onwenselijk
De douaneautoriteiten dienen het bedrag van een door hen vastgestelde douaneschuld aan de schuldenaar te melden door middel van een UTB. De wet legt de douane geen verplichting op om de douaneschuld direct na vaststelling mede te delen. Wel is sprake van een ‘uiterste termijn’ waarbinnen deze mededeling plaats dient te vinden. Deze ‘uiterste termijn’ ofwel ‘navorderingstermijn’ bedraagt in beginsel drie jaar nadat de douaneschuld is ontstaan. Wanneer de douaneschuld niet binnen deze uiterste termijn is meegedeeld gaat hij teniet.
De verlengde navorderingstermijn
Wanneer sprake is van een douaneschuld die is ontstaan door een handeling die strafrechtelijk vervolgbaar is – bijvoorbeeld bij smokkel – is de navorderingstermijn langer. In Nederland bedraagt deze verlengde termijn vijf jaar. Saillant detail; het doet er niet toe wie de strafrechtelijk vervolgbare handeling heeft verricht. De verlengde navorderingstermijn is in beginsel ook van toepassing wanneer de importeur zelf te goeder trouw heeft gehandeld.
De strafrechtelijk vervolgbare handeling
Een nog saillanter detail; een onjuiste of onvolledige douaneaangifte kwalificeert al als strafrechtelijk vervolgbare handeling. Ongeacht of al dan niet sprake is van opzet. Volgens het Hof van Justitie is een ‘strafrechtelijk vervolgbare handeling’ een handeling die op grond van het nationale strafrecht van de desbetreffende lidstaat strafbaar is gesteld. Voldoende is dat vaststaat dat een strafbaar feit is gepleegd en dat als gevolg daarvan geen invoer- of uitvoerrechten zijn ingevorderd.
Op grond van artikel 10:5 van het Algemene Douanewetboek kwalificeert in Nederland een onjuiste of onvolledige douaneaangifte al als een strafrechtelijk vervolgbare handeling. Daarbij is niet vereist dat het handelen of nalaten was gericht op het met (voorwaardelijk) opzet ontduiken van rechten. Dit betekent dat, indien u per ongeluk of wellicht bewust en goed gemotiveerd een in de ogen van de douane onjuiste goederencode gebruikt, al een navorderingstermijn van vijf jaar zou gelden.
Resumerend: wanneer u goederen importeert en te goeder trouw een onjuiste of onvolledige aangifte indient kan tot vijf jaar terug worden nagevorderd. Dit wordt niet alleen in de praktijk onredelijk en onwenselijk geacht, ook de staatssecretaris van Financiën acht deze gang van zaken niet langer wenselijk.
Belastingplan 2024
Op 22 februari 2023[1] heeft de staatssecretaris daarom haar voornemen bekend gemaakt om de toepassing van de verlengde navorderingstermijn voor de gevallen waarin geen sprake is van opzet te beperken. Voor die gevallen zal dan de reguliere navorderingstermijn van drie jaar weer gelden. De staatssecretaris is voornemens deze maatregel onderdeel te laten zijn van het Belastingplan 2024. In dat geval kan de wijziging al op 1 januari 2024 in werking treden.
Advies nodig?
Bent u een importeur of douane-expediteur en heeft u te maken met een verlengde navorderingstermijn van vijf jaar of heeft u andere douanerechtelijke vragen? Neem gerust contact op met een van onze advocaten zoals John Wolfs of Lars Kroese.
[1] Brief Staatssecretaris van Financiën van 22 februari 2023, 2023-0000036715.
Comments